Het openbaar vervoer.

Je kunt op verschillende manieren in Londen komen: met het vliegtuig, met de autotrein via de Kanaaltunnel van Calais naar Folkestone in Engeland of met de boot.

Als je met de boot in Engeland aankomt of met het vliegtuig landt op het vliegveld, moet je nog met de trein naar Londen. Het openbaar vervoer in Londen is goed en snel.

In Londen reis je vooral met de bus of met de metro. In Engeland rijdt een bijzondere bus: de dubbeldekker. De dubbeldekker is een rode bus met twee verdiepingen. Je kunt dus bovenin of onderin de bus zitten. Een halve eeuw geleden reden er wel 2760 dubbeldekkers in Londen rond. Tegenwoordig zijn de dubbeldekkers vervangen door gewone bussen, zoals wij die in Nederland ook kennen.

In de 19e eeuw werden er heel veel huizen en kantoren in Londen gebouwd. Hierdoor werd het erg druk op de wegen. Er was geen ruimte om nieuwe wegen aan te leggen. De enige ruimte die er nog was, lag onder de grond. Zo werd er begonnen met het graven van tunnels onder de grond voor de metro. Officieel heet de metro 'the underground', maar de Engelsen noemen de metro 'the tube'. Er reizen ongeveer 3 miljoen mensen per dag met the tube.



Aan het begin van de 19e eeuw zijn de eerste spoorwegen ontstaan. De karretjes in de kolenmijnen reden over het spoor en werden eerst door paarden voortgetrokken, later door de eerst bruikbare stoomlocomotief van Stephenson. Deze ging daarna ook reizigers vervoeren. Uit allerlei landen kwamen mensen dit wonder aanschouwen. Engeland bouwde de treinen en verkocht ze aan andere landen. Ook hielp Engeland hen met het aanleggen van spoorwegen.

Als je wilt weten hoe lang je reis duurt met de bus, trein of metro of hoe laat je wil vertrekken, dan is het natuurlijk wel belangrijk dat je kunt klokkijken. Vandaar dat we dit nog even extra goed geoefend hebben en er een werkblad over hebben gemaakt.

's Middags hebben we er weer flink op los geknutseld en ter afsluiting Engels bingo gespeeld. Wat kennen de kinderen al veel woorden: moon, sun, book, door, cat, car, ball, sea, boat, milk. En gelukkig had iedereen bingo!